Worden waardevolle stukken natuur op Bonaire vernietigd door op geldbeluste Nederlandse ondernemers die eeuwenoude bomen en cactussen weg bulldozeren om er voor de rijken op aarde villa’s te bouwen, of is er juist sprake van privaat gefinancierd natuurherstel?
Het is aan minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening Hugo de Jonge en staatssecretaris van Koninkrijksrelaties en Digitalisering Alexandra van Huffelen om het antwoord te geven. Want Tweede Kamerlid Lammert van Raan van de Partij voor de Dieren heeft een serie Kamervragen gesteld over het plan van Bonaire Properties NV een klein deel van de voormalige plantage Bolivia te bestemmen voor woningen, landbouw en ecotoerisme
Natuurkenner
De Jonge en Van Huffelen hebben tijdens hun werkbezoek aan Bonaire zowel Wilma Nijland van Save Plantation Bolivia als directeur Mieke Breemhaar van Bonaire Properties aangehoord. Ook hebben ze een kijkje genomen in het gebied waar natuurkenner Johan van Blerk een toelichting gaf op de huidige staat van de natuur op Bolivia. “Vanuit mijn kennis van inheemse bomen- en plantensoorten heb ik verteld hoe de werkelijke situatie op Bonaire is.”
Van Blerk maakt zich grote zorgen over het centrale deel van Bonaire, van Seru Largu tot Rincon aangeduid als het Midden Terras. “Men realiseert zich niet dat op de voormalige plantages niet de echte natuur van het eiland te vinden is. Ze zijn gecultiveerd en nadat ze verlaten zijn, is er niet meer naar omgekeken. Wie in de afgelopen veertig jaar is opgegroeid, denkt dat de mondi natuur is, omdat het referentiekader ontbreekt. De oorspronkelijke begroeiing bevindt zich nog wel in het hogere middengedeelte. Vrijwel alle inheemse, inmiddels zeldzaam geworden bomen en planten tref je alleen nog daar aan. Ik noem het daarom wel eens de Hoge Veluwe van Bonaire.”
Herbebossing
Twintig jaar geleden verhuisde de bomenexpert naar Bonaire. “In Nederland ben ik altijd werkzaam geweest in de plantenhandel en kwekerijwereld. We hebben de hele wereld rondgereisd, maar toen de kinderen kwamen zijn we op zoek gegaan naar een plekje in de tropen. Aruba vonden we te Amerikaans en Curaçao te druk, dus werd het Bonaire, want dat was met toen zo’n tienduizend inwoners heerlijk rustig.” Van Blerks echtgenote vond een baan bij de lokale overheid, hijzelf ging aan de slag bij een hovenier. “Ik heb onder meer een tuincentrum annex kwekerij opgezet. In mijn vrije tijd was ik heel veel in de natuur. Natuur is mijn passie.”
Zo raakte hij betrokken bij herbebossingsprojecten van STINAPA en Stichting Echo. “In 2018 kreeg ik de kans de stichting Tera Barra over te nemen. Ik ben mij gaan toeleggen op het ontwikkelen van een natuurtuin en het kweken van inheemse soorten. Ik had gezien dat er ten behoeve van landscaping veel bomen en planten werden geïmporteerd. Waarom, vroeg ik mij af. Er zijn zoveel geschikte inheemse soorten, zoals de groenblijvende Wakaya die uitermate geschikt is als schaduwboom maar ook als haag. Er is zelfs een mooie lokale ficus.”
Groen eiland
Van Blerk kweekt voornamelijk voor natuurprojecten maar ook particulieren kunnen inheemse bomen en planten kopen. “Op donderdag, vrijdag en zaterdag zijn de kassen open voor het publiek. Ik heb genoeg planten op voorraad. Voor Stichting La Montañita hebben we honderden planten gekweekt voor een herbebossingsproject op San José. Voor de boomfeestdag bij Stinapa hebben de bomen gekweekt die geplant zijn en daarnaast hebben we 300 planten geleverd die aan de kinderen zijn meegegeven om in hun tuin te planten en zo duurzaam tuinieren te promoten. Ook hebben we 650 buttonwoodbomen geleverd aan Mangrove Maniacs voor herbebossing rond het mangrovebos bij Lac. Bonaire moet weer een groen eiland worden, zoals het ooit is geweest.”
Daarom vindt Van Blerk dat het Midden Terras veel meer aandacht verdient. “Het heeft in het ruimtelijke ontwikkelingsplan Bonaire de bestemming natuur, maar wordt niet actief beschermd. Telkens wordt er een stukje afgeknabbeld voor de bouw van woningen. Het gaat kavel voor kavel, dus valt het niet op. Ook hier zijn loslopende geiten. Begrijp me goed, ik heb niks tegen geiten: ze zijn deel van de cultuur, maar ze vreten in de natuur alle zaailingen op. In Washington-Slagbaai zie je hoe snel de natuur zich herstelt na het verwijderen van de geiten. Ik heb minister De Jonge gewezen op het grote belang dit gebied beter te beschermen.”
Snel herstel
Waar het zeker wel goed mee gaat is de heemtuin van Stichting Tera Barra. “Sinds we het terrein hebben omheind, groeit en bloeit alles uitbundig, inclusief kruiden waar allerlei vlinders op af komen. We zijn wandelpaden aan het aanleggen met informatieborden. Ook komt er een bezoekerscentrum. Van het Prins Bernhard Cultuurfonds hebben we daarvoor vitrines gekregen. Ik denk dat het bezoekerscentrum in september of oktober open gaat. Op een postzegeltje van vijf hectare laten we zien hoe biodivers Bonaire van nature is.”
Het snelle natuurherstel was mogelijk door de nabijheid van het biodiverse Midden Terras dat fungeert als een enorme zaadbank. Wat Tera Barra aantoont, is het positieve effect van het uitsluiten van grazers en hoe met een beetje actieve herbebossingsinspanning zelfs een sterk aangetast gebied zich snel kan herstellen. Dit principe zou bijvoorbeeld ook gemakkelijk kunnen worden toegepast op de voormalige plantage Bolivia, meent Van Blerk.
Plantage Bolivia dreigt één grote droge steppe te worden
“Het grootste probleem zijn de loslopende geiten. Die vreten alles kaal, zaailingen krijgen niet de kans tot wasdom te komen. De biodiversiteit is grotendeels verloren gegaan. Dat geldt ook voor Bolivia. Door overbegrazing is veel natuur verdwenen. Het middengedeelte is een grote dorre vlakte met hier en daar nog wat bomen. Als deze door ouderdom afsterven, groeien er geen nieuwe. In het gehele gebied is de verjonging al decennia geleden tot stilstand gekomen. Als er niks gebeurt, zijn hier over een tijd ook de laatste stukken natuur verdwenen.”
Discussie
Van Blerk volgt de discussie tussen voor- en tegenstanders van de ontwikkeling van Bolivia op de voet. “Ik wil mij daar niet in mengen, ik ben geen partij. Maar het verhaal dat heel Bolivia uit waardevolle natuur bestaat, is niet juist. Er zijn nog een paar stukken gedegradeerd droog tropisch bos over, in het noordoostelijke deel en langs de onderkant van de rotswand. Er zijn vooral grote open plekken waar weinig meer wil groeien. Al in 1956 is er in een rapport gewaarschuwd voor het verlies van natuurwaarde, maar er is niks gedaan.”
“De eerste keer dat ik hoorde over de plannen om woningen te bouwen in Bolivia had ik mijn bedenkingen. Voor mij hoeft het eiland niet te groeien, ik vind het nu al druk, maar ik realiseer me ook dat je ontwikkeling niet kunt tegenhouden. Aanvankelijk was ik bang dat er huizen zouden komen waar nog het weinige bos is en je uitzicht hebt op zee, richting Arawak. Bij de grotten met de vleermuizen en waar ook nog veel lora’s voorkomen. Dat zijn immers de mooiste plekken om te wonen.”
Sceptisch
Daarom was Van Blerk in het begin heel sceptisch. “Maar ze hebben onderzoek laten doen naar wat kwetsbare plekken zijn om daar juist uit de buurt te blijven en beschermende maatregelen te nemen. Er is ook geluisterd naar de natuurorganisaties. De meeste tegenargumenten zijn getackeld. Er wordt alleen gebouwd in het middengedeelte waar weinig schade aan de natuur kan worden aangericht, want die is daar nauwelijks nog.”
Van Blerk ziet inmiddels ook voordelen en is blij dat de projectontwikkelaar ook oog lijkt te hebben voor natuurherstel. Volgens de onlangs op Bonaire gepresenteerde plannen worden de delen waar de natuurwaarde het hoogst is actief beschermd en herbebost. 85 procent blijft ‘open landschap’ met actief natuurherstel, 15 procent wordt ontwikkeld.
Keerpunt
60 procent van elke bouwkavel moet beplant worden met inheemse soorten. “Dat betekent dat ook rond de woningen veel natuurlijke vegetatie komt. Het is de bedoeling om de geiten uit het gebied te halen. Dat zou voor de natuur heel goed zijn, want alleen dan krijgen zaailingen de kans uit te groeien. Natuurherstel kan op deze manier op relatief korte termijn een realiteit worden. Het kan worden gefinancierd vanuit de opbrengst van de verkoop van woningen. De lokale overheid kan en gaat dat nooit doen op privéterreinen.”
Van Blerk hoopt dat het bezoek van minister De Jonge een keerpunt vormt. De bewindsman wil een ruimtelijk ontwikkelingsprogramma voor het eiland vaststellen met de bedoeling wonen, ondernemen en natuur in balans te brengen.